Stamceldonatie

Bloeddonatie (volbloed)

Een stamceldonatie is een medische ingreep, stamcellen worden in het ziekenhuis afgenomen.

Bloed kun je doneren bij de bloedbank Sanquin, daar hoef je niet voor naar het ziekenhuis.

Als voorbereiding op de afname spuit je gedurende vijf dagen een medicijn (G-CSF). Hierdoor maak je meer stamcellen aan en komen deze in de bloedbaan terecht. G-CSF is een lichaamseigen stof (een groeifactor) en wordt normaal door het lichaam aangemaakt wanneer je griep hebt.

Als voorbereiding op een bloeddonatie hoef je geen medicijnen te nemen. Uiteraard is het wel belangrijk dat je voldoende gegeten en gedronken hebt.

Om te bepalen of je kunt doneren, krijg je een medische keuring. Deze bestaat uit een vragenlijst, bloed- en urineonderzoek, een hartfilmpje en een longfoto.

Om te bepalen of je kunt doneren, moet je een medische vragenlijst invullen. Dan volgt een keuring waarbij je bloeddruk en ijzergehalte gecontroleerd wordt. Na afname wordt het bloed ook getest op infecties en bloedgroep.

De stamcellen worden afgenomen met een aferese apparaat. Je krijgt in beide armen een infuus. Via de ene arm gaat het bloed door het aferese apparaat en  worden de stamcellen van het bloed gescheiden. In de andere arm krijg je het bloed gelijk weer terug.

Je wordt met één arm aangesloten. En het bloed gaat van jouw arm via een infuus naar de bloedzak. Bij iedere bloeddonatie geef je 500 ml bloed.

De donatie duurt 2 tot 6 uur.

Een bloeddonatie duurt maximaal 15 minuten. Samen met het invullen van de vragenlijst, de keuring en de rusttijd na de bloedgift, reserveer je ongeveer 45 tot 60 minuten voor een bezoek aan de bloedbank.

 Veel donoren ervaren botpijn. Ook griepachtige verschijnselen komen vaak voor. Deze klachten verdwijnen snel na de donatie.

Je kan je gedurende de dag van donatie wat zwak voelen.

In circa 2 weken heb je alle stamcellen weer aangemaakt.

Ons lichaam heeft één dag nodig om de verloren vloeistof (plasma) en witte bloedcellen te vervangen. Voor rode bloedlichaampjes verloopt dit proces trager; na zes tot acht weken heeft ons lichaam de afgenomen rode cellen weer aangemaakt.

Stamcellen doneer je (waarschijnlijk) maar één keer. Je mag tijdens je leven tot drie keer stamcellen geven, maar omdat de kans op een match klein is, is dat zelden het geval.

Mannen mogen maximaal vijf keer per jaar bloed geven en vrouwen drie keer.

Je doneert stamcellen aan één patiënt. Met die patiënt ben jij een unieke match.

Je doneert bloed voor meerdere patiënten.