Cookies
De websites van Matchis maken gebruik van cookies om de functionaliteit te waarborgen en gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie vind je op onze cookie-pagina.
“Ik voelde me warm worden en voelde me direct een stuk beter”, zegt Renske Vrielink over het effect van haar eerste bloedtransfusie. Jarenlang ontving ze donorbloed vanwege haar ziekte aplastische anemie. Door een stamceltransplantatie zijn de transfusies niet meer nodig, nu haar lichaam zelf voldoende bloed aanmaakt.
Aplastische anemie is een zeldzame, zeer ernstige aandoening waarbij de stamcellen in het beenmerg niet voldoende bloedcellen produceren. Dat betekent onder meer dat je veel vatbaarder voor infecties bent, stollingsproblemen bij bloedingen hebt en erg vermoeid bent. “Bij mij kwam het op mijn zeventiende aan het licht”, zegt Renske. “Ik was zo’n beetje elke twee weken ziek, had steeds griepjes. En ik kreeg overal blauwe plekken. De huisarts constateerde dat mijn Hb-waarde gigantisch laag was – ‘een wonder dat je nog op je benen staat’ – dus hij stuurde me door naar het ziekenhuis.”
Geen bloeddonor meer
In het ziekenhuis kreeg ze meteen een bloedtransfusie om aan te sterken. Renske: “Toen ik aan het infuus lag, voelde ik me warmer worden. Ik voelde me direct een stuk beter. Ik heb daarna meerdere bloedtransfusies gekregen.” Het ironische is dat ze eigenlijk net van plan was om zich aan te melden als bloeddonor. “Ik was bijna 18, de leeftijd waarop je mag beginnen met bloed doneren. Mijn ouders zijn al heel lang bloeddonor en ik wilde in hun voetstappen treden. Dat kan nu helaas niet meer. Als je eenmaal een bloedtransfusie hebt gehad, mag je zelf geen bloeddonor meer zijn.”
Bergafwaarts
Hoe de ziekte bij Renske is ontstaan, weet ze niet. “Het is waarschijnlijk door een virus getriggerd, waardoor mijn afweercellen op hol sloegen.” Om haar afweercellen te kalmeren, kreeg ze een zogeheten ATG-behandeling: een infuus met antistoffen die deze cellen uitschakelen. “Toen bleef ik een tijdje stabiel. Maar rond mijn twintigste ging het weer bergafwaarts, en moest ik opnieuw behandeld worden.”
Toekomstperspectief
Jarenlang kreeg Renske om de zo veel tijd bloedtransfusies. Renske: “Ik heb zó ontzettend veel bloed ontvangen, van zó veel donors. Daar ben ik heel dankbaar voor. Anders was ik op mijn zeventiende al overleden. Donorbloed gaf mij toekomstperspectief.” In die jaren overwogen haar artsen ook regelmatig een stamceltransplantatie als behandeling. “Maar iedere keer als ze op het punt stonden dat in gang te zetten, ging het opeens weer wat beter met me waardoor er toch de hoop was dat de ziekte voldoende onder controle bleef met bloedtransfusies”, zegt Renske. “Uiteindelijk hebben de artsen de knoop doorgehakt toen ik 27 was.”
Hond Joep
Een stamceltransplantatie was Renskes laatste redmiddel om te genezen. “Al die jaren kon ik geen leven opbouwen; ik kon geen opleiding afmaken en geen baan volhouden door mijn ziekte. De laatste drie jaren waren heel slecht, met veel pijn en infecties, onder andere in mijn slokdarm. Daardoor ging eten heel moeilijk; een slokje water drinken deed al pijn.” Haar hond Joep hielp haar door de zware tijden heen. “Dankzij Joep kwam ik nog buiten, hij was een grote steun voor me.”
Een match
In juli 2021 werd ze opgenomen in het ziekenhuis voor de stamceltransplantatie. Er was door Matchis een match gevonden in het wereldwijde stamceldonorbestand, een man van in de dertig. Renske: “Dat een onbekend iemand mijn leven zou kunnen redden omdat wij dezelfde HLA-typering hebben, vind ik heel bijzonder. Ergens voelt hij als een soort familielid van me, hij hoort bij mij.”
Leven opbouwen
De donorstamcellen die Renske heeft gekregen, hebben hun werk goed gedaan: “Bij de laatste controle in het ziekenhuis was het donorpercentage 100%. Dat betekent dat ik nu alleen nog maar bloedcellen van de donorstamcellen heb. De ziekte is helemaal weg. Grappig genoeg heb ik nu ook de bloedgroep van de donor: A+. Vroeger was ik O+.”
Renske kan nu eindelijk beginnen haar leven op te bouwen. “Ik geniet van alles om me heen, wil alles uit het leven halen. Want ik weet hoe kwetsbaar het is. Ik ga mijn opleiding tot laboratoriumanalist weer oppakken. Ik werk inmiddels zelf ook in het ziekenhuis, bij de bloedafname. Toevallig moest een vrouw laatst een stamceltransplantatie ondergaan; ik kon haar geruststellen en over mijn eigen ervaringen vertellen.”
Immens dankbaar
De datum van haar stamceltransplantatie voelt als een hergeboorte voor Renske. “Op de eerste ‘verjaardag’ ben ik met mijn familie uit eten gegaan om het te vieren.” Haar stamceldonor wil ze nog een bedankbrief schrijven. “Ik hoop dat hij een mooi en goed leven heeft.” Ook alle bloeddonoren is ze immens dankbaar voor hun gift. “Eén zakje bloed kan al zo’n gigantisch verschil maken. Donoren geven echt leven terug.”
Wil jij naast stamceldonor ook bloeddonor worden?